Een historische blik per gemeente

Gemeente Binnenmaas
Gemeente Cromstrijen
Gemeente 's-Gravendeel
Gemeente Korendijk
Gemeente Oud-Beijerland
Gemeente Strijen


Historie van de Hoeksche Waard

De inpoldering
De tot de Zuidhollandse eilanden behorende HOEKSCHE WAARD (waartoe ook het ten zuiden gelegen eiland "Tiengemeten" wordt gerekend) is een van oorsprong welvarend en overwegend agrarisch gebied, dat in de loop van de laatste vijf eeuwen door aaneensluiting van allerlei grote en kleine inpolderingen tot één geheel is uitgegroeid. In het noorden wordt het eiland begrensd door de Oude Maas, in het zuiden door het Haringvliet en Hollandsch Diep en oostelijk en westelijk respectievelijk door de Dordtsche Kil en het Spui.

In de loop van de laatste vijf eeuwen groeit het gebied uit tot één geheel door aaneensluiting van allerlei grote en kleine inpolderingen, waarvan de meeste kort na de St. Elisabethsvloed zijn ontstaan. Beginnend bij het Oudeland van Strijen in 1436 en Moerkerkenland in 1439. De St.Anthoniepolder werd in 1356 reeds ingedijkt en doorstond wonderwel de ramp. Meer inpolderingen volgden en zo ontstond langzamerhand het gebied zoals we dat nu kennen.

In de middeleeuwen lag het stroomgebied van de Maas vrijwel in het midden van de tegenwoordige Hoeksche Waard. Omstreeks 1270 werd het echter bij Maasdam en niet lang daarna ook bij Westmaas afgedamd. Dit deel van de Maas tussen beide plaatsen staat nu nog bekend als "Binnenbedijkte Maas" of ook kortweg "Binnenmaas".

Aan de boorden van deze oude rivierarm liggen de dorpen Maasdam (waarbij ingelijfd het gehucht St.Anthoniepolder), Mijnsheerenland en Westmaas, welke als woon- en recreatiegebied de laatste decennia een steeds groeiende belangstelling genieten. De rivierdelen van de Maas, oostelijk van Maasdam en ten westen van Westmaas zijn vrijwel geheel in de inpolderingen verdwenen.

De oudste inpolderingen in dit voormalig Maasdelta-gebied lagen in het oostelijk deel van de Hoeksche Waard zoals wij die thans kennen. Zij behoorden onder de naam "Tiesselens- of Teijsselingswaard" tot het gebied van de Grote- of Zuidhollandsche Waard welke in 1421 door de St.Elisabethsvloed werd verzwolgen.

De Tiesselenswaard werd in het westen beschermd door een zeedijk welke voor een groot deel die ramp van 1421 heeft overleefd en nog ligt op de lijn van Hoecke (later Puttershoek), Maasdam, het gehucht Cillaarshoek tot aan Strijen. Bij deze grote vloed die aan deze streek een geheel ander aanzien heeft gegeven, zijn de Biesbosch en het Hollandsch Diep ontstaan. Met uitzondering van de St.Anthoniepolder (ingedijkt 1356), die de ramp heeft kunnen doorstaan, zijn de eerste inpolderingen in de tegenwoordige Hoeksche Waard kort na de St. Elisabethsvloed ontstaan, zo het Oudeland van Strijen in 1436, in 1439 gevolgd door indijking van het "Moerkerkenland", vernoemd naar zijn indijker Lodewijk van Praet, heer van Moerkerken, die het initiatief nam tot de inpoldering. Het uitgangspunt voor deze indijking lag bij HOECKE (Puttershoek).

Later volgden meer inpolderingen en het gebied dat zo langzamerhand ontstond kreeg naar gemelde HOECKE, de naam HOEKSCHE WAARD. Aanvankelijk gold deze naam alleen voor het gebied dat begrensd werd door de lijn Puttershoek-Maasdam-Mijnsheerenland-Westmaas-Goidschalxoord-Heinenoord-Puttershoek. In 1572 wordt gesproken over de "Gouverneur van den heel en Houkzen Waard tot ten Briel toe".


De driedeling
De Hoeksche Waard van de jaren daarna bestaat uit de onderdelen Hoeksche Waard, het Land van Strijen en de Beijerlanden. Tot in het begin van de vorige eeuw waren deze in administratief en bestuurlijk opzicht geheel zelfstandig. Het waren baljuwschappen en zij hadden elk een eigen baljuw, aan wie de uitoefening van de hogere rechtspraak was opgedragen. Tijdens de Franse overheersing werden de drie baljuwschappen echter opgeheven en samengevoegd onder de naam HOEKSCHE WAARD. De vroegere toestand, waarbij het eiland in drie delen was gesplitst, vond haar oorsprong in historisch gegroeide omstandigheden, welke weer nauw verband hielden met het grootgrondbezit in de middeleeuwen. Bij onderzoek daarvan, wijst de vroegere loop van de Maas ons daarbij de richting, zo:

A. De Beijerlanden
de gronden gelegen westelijk van de Maas, globaal tegenwoordig de lijn: Goidschalxoord - Westmaas -Klaaswaal - Numansdorp, waren oorspronkelijk bezit van de heren van Putten. In de 16e eeuw kwamen deze voor een groot deel in bezit van Lamoraal graaf van Egmond. Deze bevorderde in dit gebied verschillende bedijkingen en dit nieuwe polderland werd naar zijn echtgenote Sabina van Beijeren "BEIJERLAND" genoemd. In de gemeentewapens van Oud-Beijerland, Nieuw-Beijerland en Zuid-Beijerland zijn de heraldieke kleuren en beschrijving van het familiewapen van Sabina van Beijeren terug te vinden.

Het Land van Strijen
B. de gronden gelegen zuidelijk van de Maas, globaal tegenwoordig de lijn: Westmaas - Maasdam - s-Gravendeel , behoorden tot het bezit van de heren van STRIJEN en maakten vroeger deel uit van het graafschap Strijen, dat zich van hier tot ver in het zuiden van Brabant uitstrekte. Vele van de in dit gebied liggende gemeenten bewaren aan dit vroegere graafschap Strijen, via hun gemeentewapen, nog duidelijk de herinnering, zoals in de HOEKSCHE WAARD de gemeenten: Strijen, Klaaswaal en Numansdorp (tegenwoordig Cromstrijen), die de drie St.Andrieskruisen van het familiewapen van de heren van Strijen voeren. Westmaas lag juist in het grensgebied Strijen - Hoeksche Waard (Zuid-Holland) en daarom is het gemeentewapen van Westmaas gehalveerd met heraldisch rechts: de drie kruisen van Strijen en links de klimmende leeuw van Holland.

Hoeksche Waard
C. de gronden gelegen noordelijk van de Maas, globaal tegenwoordig de lijn: Puttershoek - Maasdam - Mijnsheerenland - Westmaas -Goidschalxoord behoorden tot Zuidhollands of het Grafelijk gebied, dat van ouds als "Hoeksche Waard" bekend stond.


De verdere ontwikkeling
Dat het Hollandsch Diep in 1421 scheiding bracht tussen de Hoeksche Waard en West Brabant, vond men nog tot in de vorige eeuw aangetoond door het feit dat het gebied van het tegenwoordige Strijensas, dat door de St. Elisabethsvloed van 1421 van het tegenwoordige Klundertse gebied werd gescheiden, tot in het begin van de 19de eeuw steeds gemeentelijk en kerkelijk bij Niervaart, gezegd Klundert, werd gerekend. Ook rechtelijk behoorde het toen steeds onder het baljuwschap Niervaart.

Aan het einde van de vorige eeuw (voor 1900 dus) werd het isolement van deze streek voor een groot deel opgeheven door de aanleg van de Barendrechtse Brug in 1888 bij Heinenoord. Niet lang daarna in 1898 bracht de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij via deze brug een tramverbinding met Rotterdam tot stand. De in 1964 gereedgekomen Haringvlietbrug bij Numansdorp en de aanleg van de snelweg A29 met de daarin gelegen Heinenoordtunnel onder de Oude Maas bij Heinenoord maakten de HOEKSCHE WAARD een centrale schakel in de noord-zuidverbinding, waarmede elk isolementsbegrip dan geheel verdwenen was.

Ongetwijfeld heeft dit ingrijpende structuurveranderingen teweeggebracht, maar het agrarisch aspect is daarbij tot op heden hoofdzaak gebleven. De HOEKSCHE WAARD telt thans veertien grotere woonkernen en 6 gemeenten met een gezamenlijke oppervlakte van 33136 HA. Het waren, met uitzondering van Mijnsheerenland alle van oorsprong zogenaamde dijkdorpen, d.w.z. dat een groot deel van de oudere dorpsbebouwing op of langs de dijken stond. Het begrip "dijkdorp" verdween echter naarmate de gemeentelijke uitbreidingsplannen de ontwikkeling van nieuwbouw en kleine industrie de polder inbracht. De vroeger gezochte veilige beschutting van de polderdijken, als op hoger niveau gelegen, behoeft de laatste halve eeuw niet meer gezocht te worden. Het water wordt geacht hier te zijn bedwongen.

Toen aan het eind van de vorige eeuw de verbinding met Rotterdam gemakkelijker werd trokken velen uit de Hoeksche Waard weg om te gaan werken in de havens van Rotterdam of in de daar sterk opkomende industrie, waar in vergelijking tot de toen geldende loonnormen meer te verdienen was dan hier in de land- en tuinbouw. In praktisch alle gemeenten op de Zuidhollandse eilanden werd als gevolg van dit wegtrekken een gestage teruggang van het inwonertal vastgesteld. Na de Tweede Wereldoorlog echter kwam de kentering en er was er zelfs sprake van een langzame groei van de bevolking. In 1940 had de HOEKSCHE WAARD in de veertien gemeenten tezamen rond 37000 inwoners, in 1950 bedroeg dit aantal 40000 en in 1969 rond 48000.


Tegenwoordig
Momenteel telt de Hoeksche Waard bijna 84.500 inwoners en bijna 7.000 bij de Kamer van Koophandel geregistreerde bedrijven. Van de ondernemers is 28% (1949 bedrijven) gevestigd in Oud-Beijerland, 23% (1611 bedrijven) in Binnenmaas, 17% (1164 bedrijven) in Cromstrijen. De drie andere gemeenten 's-Gravendeel, Strijen en Korendijk vertegenwoordigen elk ongeveer zo'n 10% (700 bedrijven) van de ondernemers.

Terug naar pagina 'ALGEMEEN'
Terug naar pagina 'HOME'

Hoekschewaard-Plaza is onderdeel van Evertse Administraties & Assurantiën
Heeft u vragen of opmerkingen, laat het ons weten via info@hoekschewaard-plaza.nl.

copyright 2005 - Hoekschewaard-Plaza